SHIP ON THE BEACH 
Julianadorp Noord-Holland

 

In de jaren '60 kwam Nederland er weer boven op, het uitgaansleven floreerde behoorlijk, overal nieuwe Bars, Dancings en Strandpaviljoens. Hier enige anekdotes over een strandpaviljoen.

 1 opbouw paviljoen – 2 drankaanvoer – 3 lelijke eend – 4 BMW-motor 5 Toiletten – 6 de gasten – 7 de crew – 8 Dirk de hond – 9 W.C. 10 jutten – 11 afbouw paviljoen

Paviljoen “ The (Ship) Strip on the Beach”:

De jaren '60 zijn bij velen wel bekend. Het was een nieuw tijdperk, de slechte oorlogsjaren waren voorbij en er werd veel opgebouwd. Hierbij hoorde ook het uitgaansleven, alles groeide en bloeide, zo ook op het strand, de een na de andere strandpaviljoen verscheen. Het was een beetje uit het gezicht van de stad met tot gevolg dat het er ook een beetje losser aan toe ging. Het was een snikhete zomer en iedereen liep er dan ook erg luchtigjes bij. Maar … laat ik het verhaal maar vanaf het begin een beetje gaan vertellen.

(1) De opbouw:

Het paviljoen moest na het seizoen worden opgeborgen en dus als het seizoen begon moest het worden opgebouwd. Vele vrachtwagens vol met schotten en palen moesten vanaf de boerderij waar het was opgeslagen naar het strand worden vervoerd. Alles was gemerkt, zodat het bij de opbouw allemaal weer op zijn plaats kwam. Hier waren enkele weken mee gemoeid en werd door vroege vakantiegangers met enthousiasme bekeken. Men kon haast niet wachten om weer te genieten van de gezelligheid en sfeer, welke er elke dag, weer of geen weer, in dit aparte, speciale paviljoen heerste. Toen alles zo zijn plekkie weer had, moest de inhoud zoals drank en etenswaren worden aangevuld.

 

(2) De drankaanvoer:

Het bier en limonades werden door een drankleverancier gebracht. De vrachtwagen welke dit moest brengen moest dan via een verharde aangelegde weg van steltonplaten door de duinenrij tot vlak bij het strand worden gebracht. Het laatste stuk moest dan met een platte driewieler met een trekstang op het voorwiel naar het paviljoen worden gebracht. Wij maakten voor de extra trekkracht gebruik van een oude BMW motor, deze werd met een touw verbonden aan de trekstang en zo werden de kistjes Bier en andere dranken naar het strand getransporteerd. Dit gebeurde meestal heel erg vroeg of vroeg in de avond, dit om geen overlast te bezorgen aan de strandgangers.

Ja, dit was elke keer weer een bijzondere klus, want het bier moest ook weer in de kelder worden gezet. Deze was lekker koel wat je in de zomer met weinig elektriciteit wel nodig had. Het luik van de kelder bevond zich achter de Bar en was 2,20 mtr. hoog 2 mtr. breed en 3 mtr. lang welke werd gestut met dikkere schotten om het zand geen vrije toegang te geven. Met een klein trappetje naar beneden werd alle drank stuk voor stuk in de kelder opgestapeld. En het feest kon weer beginnen.

                                                                                                                        

(3) De lelijke Eend, de bedrijfswagen.

Als bedrijfswagen hadden wij de beschikking over een lelijke eend, en dat hij lelijk was kon men niet ontkennen. Het linnen dak was er al eens afgewaaid en was vervangen door een hardboard plaat, maar na een enkele waterbui was deze weer veranderd in een golfplaat van karton. Ja, hij was in de hele omtrek bekend, wij gebruikten hem ook als wij boodschappen moesten doen of bij slecht weer en weinig volk, wij naar de dorpskroeg gingen om een biljartje te leggen. Soms als het erg druk was geweest op het strand, moest er wel eens tussendoor plotseling naar de groothandel om extra bier op te halen. Flesjes in kratten Oranje Boom Bier, dat wordt nu geloof ik nergens meer gedronken. Maar bij ons smaakte het alsof er een engeltje over je tong plaste. Dat tweepittertje heeft daar wel zijn geld opgebracht.

 

(4) De BMW motorfiets:

Ook hadden we een oude 250cc BMW motorfiets. Deze gebruikten we ook voor snelle  en kleine boodschappen en tevens als trekker voor de platte driewieler als er kisten drank en andere boodschappen naar het strand moest worden gebracht. Een enkele keer kwam het voor dat we van af de straatweg de handel over het duinpad moesten vervoeren, dan was de BMW een uitkomst, sleep maar eens een tiental kratten bier op een kar over de duinen heen, de ene bult na de ander moest genomen worden en als men dan boven op zo'n bult was ging het ook weer naar beneden. Dit moest met uiterste voorzichtigheid gedaan worden, stel je eens voor dat je een crash maakte met al dat bier, zonde zou dat wezen.

Wij hadden bij de opbouw al eens een crash gehad met schotten en palen geladen. Het ging toen vanaf de laatste bult met een bloedgang naar beneden. Ik op de motor en Jan lag op de kar en probeerde met kunst en vliegwerk een beetje te sturen. Maar ja het was een driewieler en als het maar een klein beetje uit de koers loopt kiepert de kar. Dit gebeurde op een bepaald moment en de hele handel schoof van de kar af. Gelukkig geen schade aan Jan, materiaal en kiepkar. Het was gelijk een goede leer voor de volgende keer. Zo hadden wij een rustige dag in het voorseizoen, niet al te best weer en er was een paar dagen er voor een voorjaarsstorm geweest. Jan en Ik met de motorfiets over het strand om te kijken of er iets bruikbaars viel te Jutten.

Er waren nogal wat mooie planken en balken aangespoeld en die hadden we op een kluitje bij elkaar gelegd. Wij weer terug om de driewieler te halen, een stuk touw aan de trek/stuurstang verbonden aan de motorfiets en wij weer terug naar de plek waar wij het gejutte spul hadden achter gelaten. Ik op de motorfiets en Jan lag weer op de kar en hield de stuurstang een beetje vast. Over het natte gedeelte van het strand ging het lekker pittig. Maar ja er lagen wel eens wat plassen daar. De eerste keer reed ik recht doorheen, wat tot gevolg was dat er een lading water over Jan heen vloog. Jan schelden en zei dat ik die plassen moest vermijden. Zo gezegd, zo gedaan. En weer gingen wij met een pittig gangetje over het strand. Toen moest ik een beetje uitwijken voor een plas water wat ik dan ook keurig deed. Maar toen de kar op het punt was aangekomen waar de motorfiets iets van zijn lijn afweek, sloeg het noodlot toe, het stuurwiel sloeg om en Jan werd gelanceerd en gleed als een volleerd zweefduiker de plas water in. Nou ja we konden er in ieder geval wel de lol van inzien.

                                                                                                                        

(5) Toiletten:

De kelder hadden wij uitgegraven onder de bar en was goed gestut met dikke planken. Maar de toiletten die stonden buiten tegen de duinen aan. Deze waren al enkele jaren in gebruik. Het waren twee toiletten naast elkaar en konden in zijn geheel worden verplaatst. Onder de toiletten was een fundering van lange dikke ronde palen waar dan de toiletgroep op rustte. In het zand was een groot metalen olie drum in gegraven. Door de jaren heen was het vat echter mede door het hoge zoutgehalte op het strand behoorlijk gaan roesten.

Nu was het geval dat wij een heel druk voorseizoen hadden en de toiletten op overlopen stonden. Hier moest op een minder mooie dag maar eens wat aan gedaan worden. De toiletgroep werd met ons vieren een paar meter op zij gezet zodat wij de mogelijkheid hadden om naast het oude vat een nieuw gat te gaan graven om daar weer een leeg vat in te zetten. Jan en ik gingen aan de slag om naast het oude, volle strontvat een gat te graven. Zo makkelijk is dit nu ook weer niet daar het allemaal rul, los duinzand is en het gat groter werd als wij voorzien hadden.

We waren al behoorlijk op diepte en wij moesten een trapje in het gat zetten om er in of er uit te klimmen. Om beurten waren Jan en ik aan het graven, Jan stond in de put en ik stond aanwijzingen te geven waar nog een beetje zand moest worden weggehaald. Op gegeven moment zag ik dat achter Jan zijn rug het wandje waar het oude strontvat stond op doorbreken stond. Ik zei tegen Jan dat ik het trapje even er uit zou halen dan kon hij op die plek het gat ook een beetje egaliseren. Nog geen twee minuten later sloeg het noodlot toe. Het wandje achter Jan brak door en Jan stond in een mum van tijd tot aan zijn kuiten in de stront, hij stond te schreeuwen om het trapje maar die kon ik van het lachen niet zo snel vinden. Door al het geschreeuw waren de anderen welke in de buurt waren aan komen snellen om het euvel te bekijken. Jan stonk een uur in de wind en moest gelijk een duik in zee nemen. We hebben even zo goed het nieuwe strontvat kunnen plaatsen en de rest met duinzand weer kunnen toedekken. Stront weg en stank weg. De toiletgroep weer op zijn plek en de gasten konden weer naar de W.C.

 

(6) De Gasten:

De meeste gasten kwamen uit het bungalowpark en waren meestal Duitsers, maar uit het dorp en Den Helder kwamen ook regelmatig badgasten. Door de weeks waren er veel kroegbazen over dag want in de avond moesten zij zelf in hun eigen café werken. Maar  s'avonds werd de drukte veroorzaakt door gasten welke de gemoedelijkheid en gezelligheid buiten de stad opzochten, hier werden mooie vriendschappen gesloten.

Er groeide zo een vaste klanten bestand. En hoe later op de avond hoe gezelliger het werd. Onder het genot van een biertje of Mix drankje en een handje vol pinda's werd er een knobbeltje gelegd en de nodige moppen verteld. En als het donker werd ging menig stelletje even pootje baden (ahum) ja zo werd dat genoemd. Als dan op het laatst (midden in de nacht) er nog een kleine ploeg over was, moest er een verfrissing gedaan worden. Met z'n allen de kleren uit en ohne etwas de zee in duiken. Heerlijk was dat, die stoeipartijen in het zilte nat, half in de branding liggen rollebollen. En dat gebeurde regelmatig.

                                                                                                                        

(7) De crew

De crew wordt hier mee bedoeld als de werkers welke er werkten. De baas was Jan M. Hij had het paviljoen gekocht en beheerde dit samen met Jan B. De moeder van Jan M bestierde overdag de keuken waar de nodige broodjes en uitsmijters werden klaar gemaakt een kop soep of koffie en thee alles was bijna mogelijk. Zij werd geholpen door de moeder van K, en Willem K liep in de bediening De beide Jannen stonden achter de bar. Ook de vader van Jan M hielp mee in de keuken en deed meestal de afwas. En toen de schoolvakantie aanbrak hielp  Bob het neefje van Jan M in de bediening. En niet te vergeten Dirk de herdershond welke de bewaking deed. s' avonds na zessen gingen de oudjes naar huis en bleef het jonge spul achter. Ook in de nacht moesten deze blijven om alles te bewaken. Zo ver ik weet is er nooit narigheid geweest. Het was er alleen gezellig. En de volgende ochtend werden we al weer wakker gemaakt door heel vroege strandlopers waarvan er een af en toe bij Jan B in het naastgelegen snoeptentje waar Jan B sliep binnen wipte.

 

(8) Dirk de herdershond.

Dirk was niet meer zo een jonge herdershond, maar hij was aan ons heel erg aanhankelijk. Als een van ons een boodschap moest doen of een strandwandeling ging maken, wilde Dirk graag mee, vooral met Jan B had hij innige vriendschap. Zo had Jan een keer een afspraakje in een van de bungalows en was Dirk ook weer met hem meegelopen. Het weer was niet al te best in die tijd, het regende en er waren weinig klanten dus Jan was al vroeg op de versiertoer. Jan ging op visite bij de klopgeest waar hij met open armen werd ontvangen en Dirk mocht vanwege het rot weer binnen op de mat liggen. Het was al diep in de nacht toen er plotseling een auto bij de bungalow stopte. Jan en de Klopgeest lagen wel is waar in bed, maar van slapen was het nog niet gekomen. O-Jee zei de Klopgeest mijn man is gekomen. Jan als de sodemieters zijn hemd en broek gepakt en door het raam naar buiten en hals over kop de duinen in gevlucht. Maar O-wee, Dirk was nog in de bungalow. De man van de Klopgeest had zijn sleutel van de voordeur en opende deze, hierop reageerde Dirk als waakhond zijnde en stond met zijn tanden ontbloot tegenover de z.g.n. indringer. Deze dorst zich niet te bewegen en schreeuwde naar zijn vrouw om hulp.

Het eerste wat hij vroeg aan zijn vrouw wat die hond daar deed. Zij gaf hem antwoord dat Dirk was meegelopen in het slechte weer en toen had zij hem wat water en wat te eten gegeven en toen is hij op het matje gaan liggen. Dirk moest wel de deur uit en liep spoorslags de duinen in achter baas Jan aan.

 

(9) W.C.

Als het s'avonds gezellig was werd er vaak een spelletje gespeeld. Er werd gekaart of met dobbelstenen gedobbeld en andere leuke dingen welke iemand verzon. Als er gedobbeld werd, werden er ook de nodige biertjes gedronken. Op een bepaald moment had iemand het idee om alles op te schrijven en die gene welke het eerste naar de W.C. ging moest dan de rekening betalen. Jan B stond achter de tap en als hij weer een nieuwe krat moest halen uit de kelder ging iedereen welke aan de tap zat en aan het spel mee deed, ook mee de kelder in om te kijken of Jan B niet stiekem in de kelder zijn blaas zou legen. Hilariteit alom. Totdat er eentje zo nodig moest dat hij met knijpende billen vlug naar buiten liep om te gaan plassen. Hij stond nog geen twee seconden bij de duinenkant of de rest stond achter hem om hun behoefte te doen. Een leuk spelletje maar volgens mij waren er wel een paar die in hun broek hadden geplast.

 

(10) Jutten

Ook wij hebben wel eens slecht weer gehad een voorjaarsstorm bracht meestal wel de nodige kleine schade aan het paviljoen en zijn bij gebouwtjes. Op het strand kon je echter ook weer dingen tegen komen welke voor reparatie doeleinden weer goed gebruikt konden worden. Wij gingen dan op de B.M.W. het strand langs om te kijken of er nog hier en daar bruikbare dingen waren aangespoeld. 

 

(11) de afbouw paviljoen

Het hele schip-paviljoen moest plank voor plank weer opgeborgen worden. Alles kreeg weer een kleine onderhoudsbeurt en werd opnieuw gemerkt om het volgende seizoen weer alles op zijn oude plek te monteren. Met de oude vrachtwagen werd alles bij een boer in de buurt opgeslagen.                                                        EINDE